Brenda Spiegelt

Columns

De magie van ijs

“Kunnen we hier ook een softijsje kopen? ” Met hoopvolle verwachting kijk ik de, ik denk vakantiekracht, achter de kassa aan. Ik was hier net ook al, de snackbar van de camping waar we vandaag zijn aangekomen. Vaste prik op onze 1e vakantiedag: patat met een snack en een schaaltje komkommer voor de vorm. En na afloop een ijsje. Als gezin doen wij een soort vergelijkend-waren onderzoek. Op elke camping wordt meteen op de 1e dag het softijs aan een grondige smaaktest onderworpen.

Ze wijst opzij naar de uitgang en zegt: “ Daar, om de hoek. ” Nou was ik daar net geweest en ik wist vrij zeker dat ik daar geen ijs-uitgifte loket had gezien. Maar misschien moest ik dat begrip ‘om de hoek’ wat breder zien en was het ergens buiten. En was dit voor haar de enige en snelste manier om mij snel bij haar kassa vandaan te krijgen, zodat de volgende ongeduldige campinggast z’n friet kon bestellen. Ik loop naar ‘om de hoek’ en kijk nog eens goed.

Twee grote machines staren mij aan. Op de ene hangt een briefje ‘let op, aardbeismaak op’. Beide machines zijn voorzien van een ouderwetse muntgeldgleuf en een nieuwerwetse bankpaslezer. Beide machines zijn tevens voorzien van een paar grote knoppen die op een gemiddelde flipperkast niet zouden misstaan. Twee machines die respectievelijk 4 smaken milkshake en 3 smaken softijs produceren.

Ik bekijk het tafereel met gemengde gevoelens van afgrijzen, verlies en nieuwsgierigheid. Vooralsnog wint die laatste. Dat wonder van techniek wil ik toch wel eens proberen. Dapper houd ik mijn pas bij de paslezer. Het apparaat licht op en vertelt dat ik eerst het wafeltje moet pakken. Ernaast staat een smal apparaat, waar onderaan een luikje zit. Ik open het (te vroeg) en er stuitert zo’n goedkoop wafelbakje op de grond. Dat moet ik vervolgens in een houdertje hangen onder een soort spuitmond. Ik druk op een van de knoppen, waarbij ik ervan uitga dat wit vanille, rood aardbei, geel banaan smaak is (het staat er niet bij, dus het is een gok). Ik kies wit, softijs met smaakjes heb ik nooit begrepen als concept. De spuitmond begint te brommen en 15 sec later loop ik met mijn ijsje in de hand weg. Het ziet eruit als een kwak slappe softijs in een kartonnen bekertje. Het smaakt een beetje chemisch. Ik vraag me af of dit aan het ijs ligt, of aan mezelf.

Wat is er zojuist gebeurt, daarom om de hoek bij die ijsmachine? De laatste glans van wat softijs ooit was is verdwenen. Vroeger was een softijsje voor mij een magisch moment. Een vrolijk iemand, met erachter een grote zilveren brommerig machine met grote hendels, toverde met groot plezier een mooie toef. Langzaam ronddraaiend, zodat het ijs rond conisch naar boven op het hoorntje komt te zitten. Ik mocht altijd met chocola. En dan niet van die stukjes hagelslag, die ze tegenwoordig alleen nog hebben. Nee, vroeger had zo’n ijsboer een vat met warme, gesmolten chocolade. Mijn ijsje werd daar even doorheen gehaald. De warme chocolade stolde op het koude ijs, in precies de vorm van het ijsje. Met een zwier kreeg je het ijsje in je handen geduwd.

De chocolade moest je er eerst voorzichtig afknabbelen, waarbij het ijs eronder al een beetje begint te smelten. Die koude vanillesmaak gemengd met die fijne snippertjes pure chocolade, heerlijk! Vooral het sierlijke, vaak kromstaande, puntje bovenop. Dat was het lekkerste. Bij het langzaam verdwijnen van dat vat warme chocolade ben ik overgestapt op discokorrels. Nog steeds zwierig over het loket aangereikt. Voor beide geldt dat je in het begin snel moet likken, omdat de randjes gaan smelten Dat romige gevoel in je mond.

Dromerig kijk ik weer naar die klodder in het gebrokkelde wafelbekertje. Zelfs discodip was geen optie. Was het één grote illusie? Of is deze machine gewoon echt het allerslechtste wat robotisering voor ons in petto heeft? Ik hoop het laatste. Morgen fiets ik naar het dorp: op zoek naar een beetje magie.

Augustus 2022

Gelukt!!

Toch Gelukt!