Brenda Spiegelt

Columns

We mogen weer?

“Eindelijk mogen we weer met z’n allen tegelijk naar de kerk. Wat hebben we daar een zin in en lang naar uitgekeken.” Ik hoor het de ouderling van dienst zeggen. Elders in deze Schiemail staat ook dat we weer mogen koffiedrinken. Er klinkt verlangen in door, dat ikzelf niet goed herken. Als ik heel eerlijk ben, roept het een soort benauwdheid op.

Het samen in de kerkdienst zitten vind ik fijn. God eren met muziek, zang en andere dingen is geweldig mooi om samen mee te maken. Maar ik zie mezelf straks ook weer staan in de rij na de dienst. Bij ons prachtige koffie-afhaal-loket. Ik vind dat altijd een ingewikkeld gebeuren, zo’n rij. Hoe moet ik me daarin gedragen, hoe doe je dat, wachten in een rij? Zeker als er om je heen mensen langs willen, tegen je aan botsen en er overal gepraat wordt. Ik kan ook nooit inschatten hoeveel afstand ik moet bewaren ten opzichte van mijn voorganger. Maar ik vind altijd wel dat degene achter mij wel erg dicht op mij staat. Ik ben in hoogste staat van paraatheid, omdat er zomaar iemand tegen je kan gaan praten en dan moet ik natuurlijk wel iets terugzeggen dat ergens op slaat.

En dan komt er ineens iemand dwars door de rij heen, met z’n bakje koffie in de hand. Daar moet je dan een soort ruimte voor gaan maken. Maar als je, zoals ik, het te dicht op iemand staan, sowieso nogal ongemakkelijk vind, hoe doe je dat dan? Ik kijk dan altijd een soort half wanhopig om me heen en begin met veel ‘sorry, sorry’ zeggen, een beetje aan de kant te gaan. Uiteindelijk komt daarna ook het moment dat ik zelf mijn koffie heb. Dan wil ik absoluut niemand lastig vallen met mijn poging om met die te hete bak, zonder al teveel ophef, buiten te komen.

Aaah, ruimte. Helaas ontstaat daar dan de volgende ongemakkelijkheid. Waar ga ik staan? Ik vind het lastig om zomaar bij een groepje te gaan staan. Zomaar een beetje kletsen is voor mij nogal ingewikkeld. Ja, voor mij was die corona ook wel fijn. Geen borrels, geen drukke bijeenkomsten, weinig sociale interactie. Geen situaties waarin ik me niet goed een houding weet te geven. Dus het ‘gezellig we mogen weer met z’n allen’ is voor mij best wel spannend. Daar heb ik het niet zo snel over, want ik hoor dat we daar allemaal naar uitkijken.

Ik ben oprecht blij voor iedereen die dit enorm gemist heeft. Maar stiekem denk ik dat ik niet de enige ben die met gemengde gevoelens weer in het sociale leven stapt. Dat er misschien nog wel een paar mensen ergens in de kerkbanken zitten die zichzelf afvragen: hoe kom ik zo goed mogelijk door dat koffiedrinken heen?

Vind je dit onvriendelijk klinken? Of zeg je misschien: “Brenda, er is een oorlog gestart deze week. Er zijn er echt wel belangrijkere dingen om over te schrijven!” Ik snap dat. Weet dan, dat als je mij misschien wat hulpeloos ziet staan stuntelen op het kerkplein, dat niet onvriendelijk bedoeld is. Dat ik een diepe verbondenheid en liefde met en voor jullie voel. En juist nu, in een tijd waarin onzekerheid aan de deur van Europa klopt, ik Gods kerkgemeenschap nodig heb om me te helpen op Hem te blijven vertrouwen.

Door dit stukje te schrijven wil ik uiting geven aan deze verschillende gevoelens, omdat het me niet altijd lukt om die op het kerkplein even uit te leggen. Dankjewel dat je dit hebt willen lezen. En zie het zeker als een uitnodiging om over in gesprek te gaan! Ik zie je bij de koffie! Neemt er nog iemand koekjes mee, of zal ik dat doen?

Lieve groet
Brenda Stad