Brenda Spiegelt

Columns

Regenplas

Zondagmiddag. Herfst. De hele week kwam de regen met bakken uit de lucht. En deze middag schijnt er ineens een voorzichtig zonnetje. Echtgenoot stelt aan kinderen voor om fietsend op zoek te gaan naar een speeltuin.
Zoon 2 vindt dat een geweldig idee. Zoon 1 is er niet. Dochter + vriendin stemmen ook in.

Ik zit diep verscholen in mijn warme sloffen + dito plaid op de bank. In de, weliswaar ijdele, hoop dat die dingen de herfst buiten mijn systeem houden. Letterlijk het enige voordeel van de herst is dat ik weer kaarsjes aan kan zetten.

Dat waterige zonnetje lijkt echter toch wel aantrekkelijk. En schijnt goed te zijn tegen de najaarsdip. Ik besluit mee te gaan. Even later staan we teleurgesteld te kijken naar een stevig afgesloten hek, waar de speeltuin onbereikbaar achter lonkt. We fietsen verder en komen uit bij een speeltuin zonder hek. Minder spectaculair, maar genoeg voor tenminste een kwartier speelplezier.

Samen met echtgenoot zit ik op een bankje. Ik kijk om me heen. Een klein meisje staat aan de rand van een flinke, donkere regenplas. Het resultaat van de afgelopen week. Met veel enthousiasme en grote gebaren is ze bezig duidelijk te maken aan haar moeder, tot hoever ze ongeveer kan gaan om geen natte voeten te krijgen. Met bijna wiskundige precisie wijst ze aan waar de plas minder diep (aan de rand) en waar deze dieper wordt (middenin). Ik moet erom lachen. De aantrekkingskracht van de regenplas. Ik zie hoe ze haar kleine voetjes met blinkend witte schoenen (welke moeder doet haar kind nu witte schoenen aan naar een modderige speeltuin) een klein beetje opschuift. De teen staat in de plas. Ik voel bijna de spanning.
Dan ineens, uit het niets, komt er zo van rechts naar links een kleiner kindje. Niet gehinderd door kennis, besef van regels, irritatie over natte voeten of vize schoenen, banjerd dit kind keihard over de volle lengte, dwars door de plas. De voetjes hoog opbeurend, zodat het lekker hard spettert. Ik moet keihard lacen en sla snel een hand voor mijn mond. Maar ik mag lachen, mijn kinderen hebben dit ook gedaan.

Ik vraag mij af. Kan ik de vrijheid van die waterplas nog wel voelen? Het kind dat iets ouder was, was zich al bewust van regels die vrijehdi van plezier soms beteugelen. En zo gaat het verder. Bij het opvoeden leer je kinderen de consequenties van hun gedrag. In de hoop dat ze in elk geval sommige dingen vanaf dan nalaten. En zo worden we verantwoordelijke volwassen. We lopen voorbij aan diepe plassen omdat we geleerd hebben dat dat vies is, en op termijn natte en koude voeten oplevert. En toch, als ik dat beeld van dat kleine kind, dat vol overgave gierend van het lachen, keihard door die plas rent, dan bekruipt me toch het gevoel dat ik met al die gekregen verantwoordelijkheid ook langzaam iets ben verloren.

Leven in het nu. Geen zorgen over het straks. Alleen maar lachtend, dansen in de plas. Schiekem hoop ik dat het deze week weer regent. Misschien zoek ik dan wel even een plas. Gewoon, om even in te dansen. Met oude schoenen, dat dan weer wel.

Oktober 2020